Uiterlijk in 2021 bepalen gemeenten in welke gebieden warmtenetten de functie van aardgas overnemen. Vooral in stedelijke gebieden met veel corporatiebezit. Aanleg kan soms jaren op zich laten wachten. Wat is verstandig in de tussentijd? Radiatoren in woningen zijn ooit ontworpen op basis van gasgestookte verwarming. Zijn deze –mits technisch goed- ook geschikt voor een warmtenet?
Garantie
Het tweede bericht gaat in op de relatie tussen het warmtenet en het isolatieniveau. Het derde bericht beschrijft de mogelijkheden om eerder al de gasaansluiting te verwijderen. Hier eerst de radiatoren zelf. Sinds mensenheugenis gelden bij bepaling van afmetingen van radiatoren identieke uitgangspunten. Bewoners hebben ‘garantie’ op een comfortabele binnentemperatuur. Uiteraard binnen grenzen. Tot vorst van zo'n min 10 graden. Zelfs als buren aan alle kanten afwezig zijn. Daarbij moeten alle radiatoren binnen de eigen woning wel aan staan. Verwarmingswater warmt de radiator daarbij op tot 90 graden en keert afgekoeld tot 70 graden terug. Warmtebedrijven leveren liever niet op hoge temperatuur, maar op midden temperatuur: geen ‘90-70’ maar ‘70-40’. Een aanvoertemperatuur van 70 graden is nog net voldoende om het warme tapwater zonder aanvullende voorzieningen van corporaties in woningen op de warmen. Belangrijke redenen voor ’70-40’ zijn de veel lagere leidingverliezen in het warmtenet (a) en de inpasbaarheid van een groot aantal duurzame technieken (b).
Overcapaciteit
Hoe anticiperen en 'no regret’ maatregelen doorvoeren? Drie adviezen: