Eind januari 2019 herhaalde Europa haar standpunt dat woningcorporaties zich aan Europese aanbestedingsrichtlijnen moeten houden. Zowel Rijksoverheid als Aedes verzetten zich hier fel tegen. Welke consequenties zou die plicht met zich meebrengen? Hoe anticiperen corporaties verstandig op het dreigement?
Juridisering
Landen binnen de EU moeten bij inkoop met overheidsmiddelen de open Europese markt respecteren. Europese aanbestedingsregels staan beschreven in de richtlijn 2014/24/EU. Maar liefst 178 pagina’s met 118 overwegingen, 94 artikelen en 15 bijlagen. Bij bouwprojecten (prijspeil 2019) te volgen vanaf het drempelbedrag van € 5.548.000 en bij diensten en leveringen vanaf € 221.000. Die laatste grens is zeker snel bereikt. Immers bij meerjarige contracten zoals voor onderhoud geldt het volume over de hele contractperiode. Knippen mag niet. Niet voor niets verzetten de Rijksoverheid en Aedes (brief 2018) zich fel. Corporaties zijn private ondernemingen en opereren nu eenmaal niet met overheidsmiddelen. Evenmin is er staatsbemoeienis bij aanbestedingen. Aanbesteden volgens die Europese richtlijnen zou onnodige administratie, tijd en kosten opleveren. Juridisering van het inkoopproces. Naar schatting zo’n € 30 miljoen per jaar aan extra kosten.
Conflicten
Bijzonder is dat de Europese Commissie de Nederland overheid eind januari 2019 voor de tweede keer met een ingebrekestelling confronteerde. Gebruikelijk is dat na een eerste ingebrekestelling een inbreukprocedure volgt. Het ministerie van BZK dient opnieuw te reageren. Is Brussel het hier vervolgens niet mee eens, dan kan een inbreukprocedure bij het Europese Hof van Justitie volgen (bericht VBTM Advocaten). En een uitspraak kan jaren duren. Hoe te handelen?