Begaanbaar groeipad naar volwassen warmtemarkt

De contouren van de per 2022 in te voeren Warmtewet 2 zijn helder. De aangekondigde wijzigingen hebben grote gevolgen voor woningcorporaties. Veel sociale huurwoningen staan namelijk op de rol om het komende decennium aardgas in te ruilen voor een duurzaam warmtenet. Komt er een antwoord op de monopolie van warmtebedrijven? Blijft de koppeling van warmtetarieven aan de gasprijs? En wie garandeert dat warmtebedrijven op termijn volledig CO2-vrije warmte leveren? 


Immens

Natuurlijk is koppeling van warmtetarieven aan de gasprijs niet langer houdbaar (tarieven 2020). Daarbij is betere vertaling van het Klimaatakkoord richting gemeenten en warmtebedrijven noodzakelijk. Ook vraagt verduurzaming van warmtenetten om borging. De brief van Eric Wiebes van eind december 2019 aan de Tweede Kamer geeft prima zicht op de oplossingen in de aanstaande Warmtewet 2. ‘Ik voorzie een marktordening waarbij de gemeenten de regie kunnen voeren op basis van de wijkgerichte aanpak en waarbij de warmtebedrijven meer zekerheid hebben over inkomsten,’ aldus Wiebes. De immense  veranderingen kleuren de samenwerking tussen corporaties, warmtebedrijven en gemeenten voor de komende jaren al in. De Warmtewet 2 moet naadloos aansluiten bij de door gemeenten op te stellen transitievisie warmte met wijkuitvoeringsplannen. Het gaat dus over veel meer dan alleen bescherming van de afnemer zoals in de in 2014 ingevoerde Warmtewet 1.   

Monopolie

De vier meest opvallende zaken in de brief:

  1. Gemeenten. Een prominentere rol voor gemeenten. Afzonderlijke of meerdere gemeenten gezamenlijk wijzen warmtekavels aan. Kaders hiervoor volgen vanuit de Warmtewet 2 en toetsing geschiedt door de provincie. Gemeenten wijzen via een transparant selectieproces een warmtebedrijf aan voor aanleg en langjarige exploitatie
  2. Warmtebedrijven. Het door de gemeente geselecteerde warmtebedrijf legt het collectieve warmtesysteem binnen de warmtekavel aan en exploiteert deze. Er is aansluitrecht voor afnemers, geen aansluitplicht. Er komt meer transparantie over de structuur van kosten en baten. Tarieven zijn zodanig dat ‘efficiënte’ kosten terug te verdienen zijn, ook vanwege het aantrekken van financiering
  3. Tarieven. Scheiding van netwerk en levering is niet realistisch. Monopolie blijft en daarom handhaving van de bescherming van deze ‘gebonden’ afnemers. Daarnaast moeten er prikkels komen om efficiency te bevorderen. Tarieven zijn gebaseerd op ‘efficiënte’ kosten in combinatie met een redelijk rendement
  4. Verduurzaming. Vanaf 2020 moeten warmtebedrijven hun duurzaamheidsprestaties al rapporteren. Aanvullend verplichtingen om opwekking te verduurzamen naar CO2-neutraliteit in 2050 met een helder tussendoel in 2030. Producenten van restwarmte krijgen misschien wel de verplichting opgelegd om deze ‘uit te koppelen’ naar warmtebedrijven

Meer informatie: Dyon Noy


Publicatie datum: 31 december 2019 00:00

Laatste nieuws