Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet het prijsplafond voor energie op hoofdlijnen. Veel reacties en vragen later is er nu de uitwerking. Lagere prijzen voor gas en elektriciteit, een hoger maximum elektriciteitsverbruik én een prijsplafond voor warmte. En nog steeds wat open eindjes.
Prijsplafond
Door de stijgende energieprijzen komen steeds meer huishoudens en bedrijven in de problemen. Het prijsplafond geeft iedereen met een kleinverbruiksaansluiting hulp bij het betalen van de energierekening in 2023. De hoofdlijnen:
Een gemiddeld huishouden in een sociale huurwoning verbruikt jaarlijks 870 m3 gas en 2.110 kWh elektriciteit. Het prijsplafond garandeert dan een maximale energierekening van ongeveer € 180 per maand. Een stuk lager dan het voorlopige prijsplafond van Prinsjesdag. Bij verbruiken boven het maximum gelden de marktprijzen.
Open eindjes
Het prijsplafond heeft nog twee open eindjes:
Tenslotte. Het prijsplafond geldt alleen in 2023. Maar de energieprijzen dalen naar verwachting niet meer naar het niveau van voor de oorlog in Oekraïne. Een extra reden om nog sneller aan de slag te gaan met verduurzaming.